Jeanette heeft op een inventieve manier toch kunnen behandelen.
Geen plaats voor corona
Ik had nog zo gezegd: ‘Je moet nu geen hartaanval, beroerte of been breken’ of mijn vrouw lag op het net nieuw aangelegde schelpenpad in het recreatiepark waar we een huisje hebben.
‘Een mooie breuk’ zei de arts van de eerste hulp in het ziekenhuis in Alkmaar nadat hij de foto bestudeerd had, maar het was de vraag of ze nog vandaag geopereerd kon worden. Het hele ziekenhuis hing vol met posters dat in verband met corona er maar een half uur bezoektijd was toegestaan. Alle vrijwilligers waren naar huis gestuurd en het ziekenhuis was zoveel mogelijk ontruimd. Op de verpleegafdeling kreeg mijn vrouw een zaal van vier personen voor zich alleen. ‘Welk revalidatiecentrum gaat u uitkiezen?’, vroeg de verpleegkundige. ‘Revalidatiecentrum?’ ‘U moet zeker vier weken revalideren en alle fysiopraktijken zijn gesloten’. Die nacht sliep ik niet veel. Ook daar was maar een half uur bezoektijd toegestaan. Bovendien was er al sprake van dat het centrum helemaal op slot ging.
De volgende dag rond het middaguur belde de chirurg dat alles prima verlopen was. Inmiddels had ik al het antwoordapparaat van de dichtstbijzijnde, inmiddels gesloten, fysio praktijk in Schoorl ingesproken. Net toen ik op het punt stond naar het ziekenhuis te bussen, kreeg ik een telefoontje. Voor acute gevallen maakten ze een uitzondering. De volgende week zouden ze bij ons langskomen op het recreatiepark. Het was goed dat er een telefoonlijn tussen zat, want ik had de fysiotherapeute anders spontaan om de hals gevlogen.
Op zondag, na vier volle dagen ziekenhuis, werd mijn vrouw ontslagen. Het ziekenhuis meldde en passant dat ze ook thuishulp voor ons geregeld hadden. We hoorden het met gemengde gevoelens aan. Niet nodig, maar wie weet was het ergens goed voor. Dus toen de Thuiszorg die maandag en ook de rest van de week niet kwam opdagen was dat geen probleem. Wel hoopten we dat de fysiotherapeute hun voorbeeld niet zou volgen. Dinsdagavond, de dag voordat de fysiotherapeute zou komen, werd ik door een onbekend nummer gebeld. Waar we bang voor waren gebeurde: Ze belde af. Maar niet helemaal: ‘Ik ga morgen met uw partner beeldbellen’. ‘Maar als u op 2 meter afstand blijft?’ De andere kant van de lijn leek onvermurwbaar. ‘We zijn erg oud en niet bekend met beeldbellen!’. Ik merkte een aarzeling. ‘Is het een idee dat u wel komt, maar dan aan de andere kant van het glas aanwijzingen geeft?’ De aarzeling werd weer een stukje groter. ‘Voor een keer!’, smeekte ik.
Fysiotherapie achter glas. We vonden het allebei absurd ‘Moet je nou eens horen’ appten en belden we ijverig rond. ‘Wat geweldig creatief’, ‘Top!’, ‘Zo zie je maar hoe mensen in corona- tijden oplossingen vinden!’. Het was duidelijk dat wij nog wat moesten werken aan onze positieve corona spirit!
Klokslag half twaalf tikte de fysiotherapeute op het raam. De telefoons werden in stelling gebracht. Eerst werden alle formulieren tegen het glas gehouden en door de andere kant gefotografeerd. Toen werd er informatie ingewonnen over de pijn en wat mijn vrouw al kon en mocht. Halverwege de sessie, vroeg mijn vrouw aan de aardige jonge fysiotherapeute: ‘Wat is eigenlijk je naam?’ In niet-coronatijden zouden we elkaar natuurlijk als eerste een hand hebben gegeven en daarbij onze naam vermeld. Omdat mijn vrouw slechthorend is, vertaalde ik regelmatig wat Jeanette, want zo bleek onze fysiotherapeute te heten, zei. Omdat onze huiskamer piepklein was, stelde Dat was Jeanette voor om achterin de tuin te gaan staan, zeven grote stappen van het terras vandaan, waar ze mijn vrouw achter haar rollator kon zien lopen. Ze had haar handen vol met het geven van aanwijzingen. Weer achter glas, wachtte wij gelaten af wanneer wij onze eerste beeldbelafspraak zouden krijgen. ‘Uw partner is wel erg doof’, hoorde ik haar door de telefoon zeggen. ‘Beeldbellen is voor haar geen optie. Ik kom de volgende week weer!’ Opgelucht haalden wij adem. Na een keer was het ons al duidelijk hoe onmisbaar ze was voor het revalidatieproces van mijn vrouw.
De week daarop kwam ‘onze Jeannette’ aanzetten met een hometrainer. Handig, net als al die aanwijzingen achter glas en vanuit de tuin. Maar na haar vertrek bekeek ik het ‘wagenpark’: naast de hometrainer stond er ook nog een postoel, een rollator en een rolstoel. ‘Eén ding is duidelijk’, zei ik tegen mijn vrouw: ‘ In dit kleine huisje is geen plaats meer voor corona!’
Tineke Kalk